Opbouw van de basis instructeurscursus (BIC)

De Basis Instructeurs Cursus BLS of PBLS neemt 2 dagen in beslag. Tussen de 1e en de 2e cursusdag zit een periode van ongeveer 6 weken, zodat de cursisten in deze periode de 1e stage kunnen lopen.

Opbouw van de Basis Instructeurs Cursus

1e cursusdag

De dag begint met het beoordelen van jouw reanimatievaardigheden. Je kunt een bijna perfecte demonstratie van een reanimatie geven.

Daarna ga je, onder leiding van de Instructeur-Trainer, aan de slag met de vaardigheden die je nodig hebt om een basiscursus BLS of PBLS te geven. Je leert het 4 stappenplan toe te passen. Waarmee je straks de cursisten de verschillende vaardigheden aanleert. En je leert op welke manier je het beste feedback geeft wanneer je een cursus verzorgt. Uit ervaring weten we dat je tijdens de cursus ook vaak “zaken” af moet leren die je in het verleden hebt geleerd.

Certificaat Kandidaat-Instructeur

Na positieve afronding van de 1e cursusdag krijg je het certificaat Kandidaat-Instructeur. Met dit certificaat mag je nog geen cursussen zelfstandig verzorgen.

1e stage

Na de 1e cursusdag beschik je over de kennis en vaardigheden om een basiscursus te verzorgen. Tijdens de 1e stage ga je een basiscursus verzorgen onder begeleiding van een instructeur. Je staat voor de groep en verzorgt de cursus. Soms doet de instructeur iets voor, maar veel belangrijker is dat je zelf training geeft aan de groep. De stageplek moet je zelf te regelen. Dit kan bij een lokale vereniging of stichting, in het ziekenhuis waar je werkt of bij een commercieel cursuscentrum.

2e cursusdag

Tijdens de 2e cursusdag ontwikkel je jouw didactische vaardigheden verder en er is tijd voor verdieping. De dag begint met een terugblik op de stages. Daarna zal het programma zich vooral richten op scenario onderwijs. Een belangrijk elementen uit de opfris- en vervolgtrainingen. Tussendoor is er aandacht voor verdieping in verschillende reanimatie onderwerpen.

2e stage

Na de 2e cursusdag moet je nog één keer stage lopen. Deze keer verzorg je een opfris- en vervolgtraining. Je gaat aan de slag met scenario’s en specifieke vaardigheden die in de basiscursus nog niet aan cursisten zijn aangeleerd. Als je de cursus en stages succesvol hebt afgerond kun je zelfstandig als Instructeur cursussen verzorgen.